e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
minderen minderen: mindere (Kessel) minderen [SGV (1914)] III-1-3
minderjarig minderjarig: minderjø͂ͅrig (Kessel) minderjarig [SGV (1914)] III-2-2
mirakel wonder: wónger (Kessel) Een wonder [wó.nder, wónger, miraakel]. [N 96D (1989)] III-3-3
mis mis: mes (Kessel) De Eucharistieviering, de H. Mis [de mis, de mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis met drie heren drieherenmis: drie hiere mes (Kessel) Een plechtige H. Mis waarin een celebrant, een dialen en een subdiaken voorgaan [drieherige mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misboek op het altaar misboek: mesbook (Kessel) Het grote misboek, missaal dat op een lezenaar op het altaar staat [misboek, mèsbook, mèsbóch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misdienaar misdiender: mesdeender (Kessel) Een koorknaap, misdienaar, misdiener [koeërjóng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misdienaarstoga toog (<lat.): toog (Kessel) De rode of de zwarte toog van een misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
misintentie intentie: intentie (Kessel) Een misintentie. [N 96B (1989)] III-3-3
miskleren miskleren: meskleijer (Kessel) De misgewaden, miskleren [miskleer, mèskleijer, getuug?]. [N 96B (1989)] III-3-3