e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

Gevonden: 2325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bidden beden: beije (Kessel), bêje (Kessel) bidden [SGV (1914)] || Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden uit dankbaarheid danken: danke (Kessel) Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidprentje doodsprentje: doëtsprintje (Kessel) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstoel bedestoel: beijsjtool (Kessel) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biecht biecht: biech (Kessel) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biecht horen: biecht hure (Kessel) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): biechte (Kessel, ... ) biechten [SGV (1914)] || Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: beechsjtool (Kessel) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bieden bieden: beeje (Kessel), bê.iə (Kessel) bieden [RND], [SGV (1914)] III-3-1
bier bier: beer (Kessel), bééər (Kessel) bier [RND], [SGV (1914)] III-2-3