e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pantoffel pantoffel: pantoeffels (Kessel), slof: sjlôffe (Kessel) Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
pap pap: pap (Kessel, ... ) brij [SGV (1914)] III-2-3
papier papier: papeer (Kessel) papier [SGV (1914)] III-3-1
paradijs paradijs: paredies (Kessel) Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)] III-3-3
parel parel: parel (Kessel) parel [SGV (1914)] III-1-3
parochie parochie: perochie (Kessel) Een parochie. [N 96D (1989)] III-3-3
pasen pasen: paose (Kessel) Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)] III-3-3
passiezondag passiezondag: passiezondig (Kessel) De vijfde zondag van de vasten, de voorlaatste zondag vóór Pasen. [N 96C (1989)] III-3-3
pastoor pastoor (<lat.): pesjtoer (Kessel), pəsjtu.ər (Kessel) Een pastoor, het geestelijk hoofd van een parochie [pestoeër]. [N 96D (1989)] || pastoor [RND] III-3-3
pastorie pastorie: pasterie (Kessel), paterie (Kessel) Het woonhuis van de pastoor, pastorie. [N 96D (1989)] || pastorie [SGV (1914)] III-3-3