e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
staan staan: sjtaon (Kessel), sjtoan (Kessel), staôən (Kessel), štoan (Kessel) staan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] III-1-2
staart staart: sjtert (Kessel), stert (Kessel), stért (Kessel), štĕrt (Kessel), štɛrt (Kessel, ... ) [A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60] I-11, I-9, III-4-2
stad stad: sjtat (Kessel), štat (Kessel) stad [RND], [SGV (1914)] III-3-1
stal stal: šta.l (Kessel) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
standbeeld standbeeld: stantbe.lt (Kessel) standbeeld [RND] III-3-2
steeg, steegje gats, gatsje: gats (Kessel), steeg, steegje: sjteeg (Kessel), sjteegske (Kessel) steeg [SGV (1914)] || steegje [SGV (1914)] || steegje; Hoe noemt men een smal - tussen de huizen? [DC 31 (1959)] III-3-1
steek steek: sjteek (Kessel) steek [SGV (1914)] III-1-2
steelvormig handvat steel: sjteel (Kessel) steel [SGV (1914)] III-2-1
steengal steengal: stęi̯ngal (Kessel) Een bloeduitstorting in de hoeflederhuid onder de hoefhoorn. Het is één van de meest voorkomende hoefgebreken. De ontsteking kan zich naar boven uitbreiden en een ernstige vorm van bloedvergiftiging aannemen, wat namen als kankerpoot en rotstraal verklaart. Zie de lemmata ''rotstraal'' (7.19) en ''straalkanker'' (7.31).' [A 48A, 16; N 52, 32e] I-9
steenpuist, bloedzweer steenzweer: sjteinzwêr (Kessel) steenpuist [SGV (1914)] III-1-2