e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vleiwoord voor het varken kuusje: kuskǝ (Kessel), varkentje: vɛrkskǝ (Kessel) [VC 14, 2c v] I-12
vlekziekte vlekziekte: vlɛkzēktǝ (Kessel) Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12
vliegenraam, hor hor: hor (Kessel) Hoe noemt u een scherm van groene metaaldraad in open ramen om vliegen buiten te houden? (vliegenraam, hor) [N 104 (2000)] III-2-1
vlieger windvogel: wintjvogel (Kessel) vlieger (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
vlinder vlinder: vlendər (Kessel), vlinder (Kessel, ... ), vlŭnder (Kessel) vlinder [GV Gr (1935)], [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlo (enk.) vlo: vloo (Kessel), vloê (Kessel) vlo (pulex irritans), enk. [DC 54 (1979)] || vloo [SGV (1914)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vleu: vleu (Kessel), vlun: vluê (Kessel) vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)] || vlooien [SGV (1914)] III-4-2
vloeken vloeken: vlooken (Kessel), vlóke (Kessel, ... ) vloeken [N 96D (1990)], [SGV (1914)] || Vloeken. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
vloekje vloekje: vluiukske (Kessel) Een vloekje [vluukse]. [N 96D (1989)] III-3-3
vloer vloer: vlūr (Kessel) Zie voor het woordtype 'beleg' ook RhWb V, k. 301, s.v. 'Beleg': ø̄Fussboden aus Steinbelagø̄. Volgens Jongeneel (Heerlens Woordenboek, pag. 19) maakten de boeren uit de omgeving van Heerlen steenharde, waterdichte vloeren van zand, kalk of cement en kolensintels. [S 41; N 54, 128; monogr.; Vld.] II-9