e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

Gevonden: 2325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brulkoe brulkoe: brølku (Kessel) Een koe die aan de brulziekte lijdt. [N 3A, 101, A 48A, 45b, 45c; L 19B, 4a] I-11
brulziekte bandloos zijn: (de koe is) banjtjlos (Kessel) Een afwijking aan de eierstokken van koeien. De dieren vertonen voortdurend verschijnselen van tochtigheid, tegelijkertijd zijn ze onvruchtbaar. De koeien maken een eigenaardig brullend geluid, ze hebben slappe banden en ze groeien slecht. Zie ook het lemma ''brulziekte'' in wbd I.3, blz. 464-465. [N 3A, 101; A 48A, 45a; JG 1a, 1b; L 19B, 4a; monogr.; add. uit N C] I-11
bui, regenbui bijs: bies (Kessel), schoer: sjoer (Kessel) bui [SGV (1914)] || regenbui [SGV (1914)] III-4-4
buik buik: bōēk (Kessel), buək (Kessel) buik (lijf) [DC 01 (1931)] III-1-1
buikkrampen koliek: kolik (Kessel) Met krampen gepaard gaande darmstoornis die hevige pijn veroorzaakt bij dieren, in het bijzonder bij paarden. [A 48A, 5; N 8, 9Oo; monogr.] I-9
buikpijn buikpijn: boekpien (Kessel), penspijn: penspien (Kessel), pijn in zijn buik: pien in miene boek (Kessel), piən in miene boək (Kessel) buikpijn [DC 27 (1955)] || ik heb pijn in mijn buik of de buik doet mij zeer [DC 01 (1931)] III-1-2
buitendorpse buitendorpse: boete durpse (Kessel) Noem het (dialect)woord voor: mensen die niet in hetzelfde dorp wonen als u? [vreemde] [N 102 (1998)] III-3-1
buitenspel af-side: afseid (Kessel) Buitenspel. [DC 49 (1974)] III-3-2
buitenspeler: linker - linkervleugel: linkervleugel (Kessel) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
bundel, bussel bundel: bundel (Kessel) bundel [SGV (1914)] III-4-4