e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

Gevonden: 2325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
echtgenote vrouw: mien vrouw (Kessel) vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)] III-2-2
eed eed: eit (Kessel) eed [SGV (1914)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: eikeurke (Kessel), eikēūrtje (Kessel), eekkatsje: eiketske (Kessel, ... ) eekhoorn [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)] || eekhorentje [SGV (1914)] III-4-2
eelt, eeltknobbel zwel: zweel (Kessel) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] III-1-2
eeltwrat, zweelwrat paardshoorn: pērshø̜̄rǝ (Kessel), paardszweel: pērsžwēl (Kessel) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een aflaat verdienen aflaat verdienen: aflaot verdeene (Kessel) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een askruisje halen askruisje halen: askruutske haole (Kessel) Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)] III-3-3
een blauwtje lopen hij heeft op een aas gekauwd: aos"is het harde gedeelte in een stuk hout waar een tak is ontstaan  hae haet op eine aos gekowd (Kessel) een andere benaming voor: hij heeft een blauwtje gelopen. Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: --. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking? (bv. hij heeft een blonde gelopen, een blauwe scheen krijgen, enz) [DC 52 (1977)] III-2-2
een boterham smeren een boterham smeren: ən bu̞tram šmēͅrə (Kessel) smeren [RND] III-2-3
een ei ei: ē̜.i̯ (Kessel) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12