e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

Gevonden: 2325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebeden gebeden: gebeije (Kessel) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebint gebont(e): gǝbǫntj (Kessel) Het geheel van spantbenen, gordingen, kepers etc. waarop de dakbedekking rust. Zie ook afb. 49 en 71. [S 9; N 54, 149a; N 54, 149b; N 54, 151; monogr.; Vld.] II-9
gebrekkig gebrekkig: gebriëkig (Kessel) gebrekkig [SGV (1914)] III-1-2
gebruik gebruik: gebroek (Kessel) gebruik [SGV (1914)] III-3-2
gedachtenis nagedachte: noagedachte (Kessel) nagedachte [SGV (1914)] III-1-4
gedoopt worden gedoopt worden: geduipt waere (Kessel) Gedoopt worden. [N 96D (1989)] III-3-3
gedwee gedwee: gedwië (Kessel) gedwee [SGV (1914)] III-1-4
geelgors schrijver: sjriever (Kessel) geelgors [Roukens 03 (1937)] III-4-1
geelzucht geel verf: gêlverf (Kessel) geelzucht [SGV (1914)] III-1-2
geer geer: giǝr (Kessel) Een naar boven spits uitlopende lap of strook waarmee men een kledingstuk van onderen verwijdt. [N 62, 11a; L 1a-m; L 23, 71; Gi 1.IV, 17; S 10; monogr.] II-7