e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessel

Overzicht

Gevonden: 2325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerkportaal onder de toren: onger de tore (Kessel) Het portaal van de kerk [kerkhal]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkraam kerkraam: kerkraam (Kessel) Een kerkraam. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkramen kerkramen: kerkrame (Kessel) De kerkramen meervoud. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkstoel kerkstoel: kerksjteul (Kessel) Kerkstoelen, de stoelen (met of zonder opklapbare zitting) waarop men zowel kan knielen als zitten [kerksteul, -stoele?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerktoren kerktoren: kerktaore (Kessel) De toren van de kerk, waarin zich de klokken bevinden [kèrktaore, -taon, -toer, klokketoren?]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkwaarts kerkwaarts: (Wordt bijna niet gebruikt).  kèrkwêrs (Kessel) kerkwaarts [SGV (1914)] III-3-3
kermis kermis: kərəmɛs (Kessel) kermis [RND] III-3-2
kern sluik: šlūk (Kessel) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kerstavond kerstavond: kersaovund (Kessel) 24 december, de dag voor Kerstmis [Kerstavond, krisaovend, keersaovend]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstboom kerstboom: kersbaom (Kessel) Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)] III-3-3