e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kesseleik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
toestemming toestemming: toestumming (Kesseleik) goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)] III-1-4
toneelspel toneelspel: tonielspel (Kesseleik) Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
tonen laten kijken: laote kieke (Kesseleik) tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)] III-1-1
toonbank toonbank: toaënbank (Kesseleik) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] III-3-1
torenhaan t hantje van dn taore?].: toarehaan (Kesseleik) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3
torenspits torenspits: toarespits (Kesseleik) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3
torenuurwerk kerkklok: kirkklok (Kesseleik) Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)] III-3-3
tornen uithalen: ūthǭlǝ (Kesseleik) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
traag traag: trôâg (Kesseleik) niet snel reagerend; langzaam in het handelen [traag, lui] [N 85 (1981)] III-1-4
traag praten zeverig spreken: zijverig sprëken (Kesseleik) traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)] III-3-1