24634 |
verdord |
dor:
WLD
dor (L298a Kesseleik)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
leed:
leid (L298a Kesseleik)
|
een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17936 |
verdwenen |
foetsie:
foetsie (L298a Kesseleik),
verdwenen:
verdwéne (L298a Kesseleik)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17924 |
verfrommelen |
frommelen:
froemele (L298a Kesseleik)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21836 |
vergadering |
bijeenkomst:
bie-ein-komst (L298a Kesseleik)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19251 |
vergeetachtig |
vergeetachtig:
vergëtèchtig (L298a Kesseleik)
|
zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19250 |
vergeetachtig persoon |
vergeetmuts:
vergëtmuts (L298a Kesseleik)
|
een vergeetachtig persoon, iemand die telkens dingen vergeet [vergeetmuts, lapschaai] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18054 |
vergiftigen |
vergiftigen:
vergiftige (L298a Kesseleik)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21412 |
verhaal |
verhaal:
verhoal (L298a Kesseleik)
|
een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21152 |
verharde weg |
klinkerstraat:
klinkerstroat (L298a Kesseleik)
|
een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)]
III-3-1
|