e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kesseleik

Overzicht

Gevonden: 1489
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
communiebank communiebank: kemuuniebank (Kesseleik) De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)] III-3-3
communiekleed communiekleed: kemuuniekleid (Kesseleik) Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)] III-3-3
coupenaad, figuurnaad figuurnaad: figȳrnǭt (Kesseleik) Vormgevende naad. Naad die door de coupe bepaald wordt. [N 62, 19] II-7
credenstafel credotafel: kredetoafel (Kesseleik) De dientafel links en rechts op het priesterkoor, waarop de benodigdheden voor de Mis gereed gezet worden [credens(tafel)]. [N 96A (1989)] III-3-3
crypte crypte (<fr.): kripte (Kesseleik) De ruimte, de kelder onder het priesterkoor, vroeger gebruikt als grafkelder [crypte, krocht?]. [N 96A (1989)] III-3-3
cr√äpe crêpe: kręp (Kesseleik) Gekroesd, niet glanzend weefsel van linnen draden. Men mag deze stof niet of nauwelijks strijken. [N 62, 76; N 59, 201; N 62, 75c; N 62, 75d; MW; monogr.] II-7
dadel dadel: WLD  dadel (Kesseleik) De vrucht van de dadelpalm (dadel, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3
dam dam: dam (Kesseleik) de in en dwars over een water opgeworpen wal die dient om het water te keren, de stroom te leiden of te verdelen (dam, menuët) [N 90 (1982)] III-3-1
dampen paven: paven (Kesseleik) paffen; Hoe noemt U: Op een hoorbare manier roken; geweldig veel roken (paffen, plotsen) [N 80 (1980)] III-2-3
dauw op vruchten dauw: WLD  dauw (Kesseleik) Het tijdens de rijping op druiven, pruimen, appelen, etc. ontstane laagje dat de glans verdoft en aan de vruchten een frisse aanblik geeft (dauw, loom, dons, was). [N 82 (1981)] I-7