e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kesseleik

Overzicht

Gevonden: 1489
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lijn waar het spel begint schraam: schroam (Kesseleik) De lijn waar bepaalde spelen beginnen [meet, mark, schreef, schram, erke, aanbrak, ambrok, lambrak, doodmeet]. [N 88 (1982)] III-3-2
likken lekken: lèkke (Kesseleik) likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)] III-2-3
linnen, linnengoed lijnen: līnǝ (Kesseleik) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lispelen (slissen) lispelen: Van Dale: lispelen, 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; - 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren.  lispelen (Kesseleik) de s en de z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken [lispelen, tispelen, strisselen] [N 87 (1981)] III-3-1
list list: list (Kesseleik) een slimme vondst die men toepast om zijn doel te bereiken zodat daardoor een persoon misleid wordt [list, fint] [N 85 (1981)] III-1-4
liturgische gewaden paramenten (<oudfr.): paramenten (Kesseleik) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] III-3-3
loof loof: WLD  lauf (Kesseleik) De bladeren van een boom samen (loof, lover). [N 82 (1981)] III-4-3
loot uit slapend oog spruit: WLD  sproet (Kesseleik) Een loot ontstaan uit een slapend oog (knop die onder normale omstandigheden niet tot ontwikkeling komt) (sprant). [N 82 (1981)] III-4-3
loot, nieuw uitgelopen twijgje scheut: WLD  sjöt (Kesseleik) Een nieuw uitgelopen twijgje (spraon, scheut, schot, lot). [N 82 (1981)] III-4-3
lork lariks: WLD  lariks (Kesseleik) De lariks (die s winters zijn naalden verliest) (lariks, lork, laris, lurk). [N 82 (1981)] III-4-3