21250 |
brief |
brief:
brēf (L370p Kessenich)
|
brief [ZND m]
III-3-1
|
33840 |
briesen |
spruisen:
sprū.sǝ (L370p Kessenich)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
34499 |
broeden, op eieren zitten |
broeden:
brø̄i̯ǝ (L370p Kessenich),
brø̄i̯ǝn (L370p Kessenich),
brø̜i̯ǝ (L370p Kessenich)
|
[N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
34506 |
broedhen |
broedheks:
brø̄.hɛks (L370p Kessenich)
|
Kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [N 19, 59; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
18744 |
broek |
votleer:
vǫtlē̜r (L370p Kessenich)
|
De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.]
I-10
|
18197 |
broek: algemeen |
boks:
boeks (L370p Kessenich),
boux (L370p Kessenich),
boŭks (L370p Kessenich),
bŏks (L370p Kessenich),
bū(a)ks (L370p Kessenich)
|
broek [ZND 22 (1936)] || broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)] || Broek. Hoe is de juiste uitspraak van het woord broek (kledingstuk) ? [ZND 47 (1950)]
III-1-3
|
33985 |
broekkettingen |
kettinkjes:
(enk)
kęteŋskǝ (L370p Kessenich)
|
Kettingen waarmee de broek van het achterhaam aan de berries is vastgemaakt. [N 13, 79]
I-10
|
21603 |
brompot |
brommer:
broomer (L370p Kessenich),
grommelpot:
enie groemelpot (L370p Kessenich),
knoteraar:
knooterier (L370p Kessenich),
pruttelaar:
preutelier (L370p Kessenich)
|
Hoe heet iemand die zijn kwade luim toont met binnensmonds mompelen? [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
22586 |
bromtol |
huiledop:
[sic]
ulendob (L370p Kessenich, ...
L370p Kessenich)
|
Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van blik en bontgekleurd is? [Lk 03 (1953)] || Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt, als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
24948 |
bron |
bron:
brun (L370p Kessenich)
|
Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I]
I-8
|