e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessenich

Overzicht

Gevonden: 1585
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
driftig kwaad: kwaad (Kessenich), kwoat (Kessenich) driftig [ZND 23 (1937)] III-1-4
drijftol pompernel: pompernel (Kessenich), pumpərneͅl (Kessenich), poppernel: puppərneͅl (Kessenich) Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [Lk 03 (1953)] III-3-2
drinken drinken: driŋkə (Kessenich) drinken [ZND m] III-2-3
drinkglas glas: glās (Kessenich) glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
drinkkuil in de wei drenk: drɛŋk (Kessenich) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droesem bezinksel: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m (vuiligheid / vulgair)  bezinksel (Kessenich) droesem [ZND 23 (1937)] III-2-3
drogen, droog worden (van gemaaid gras) drogen: dryǝgǝ (Kessenich), kapotgaan: kǝpǫt˲gǫǝn (Kessenich) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
droog weer droog: dru-ëg (Kessenich) droog [DC 45 (1970)] III-4-4
droogstaan droogstaan: (de koe) stø̜u̯ drȳǝx (Kessenich) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
druppel druppel: druppel (Kessenich, ... ), drøͅppel (Kessenich, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4