e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kessenich

Overzicht

Gevonden: 1585
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemeen gemeen: ook materiaal znd 23, 79  gemeen (Kessenich), gemein (Kessenich) gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeente gemeente: gemeindje (Kessenich), gəmejntə (Kessenich) gemeente [ZND 24 (1937)], [ZND m] III-3-1
gemeentehuis gemeentehuis: gemeindjehoes (Kessenich) gemeentehuis [ZND 24 (1937)] III-3-1
geprimeerde stier geprimeerde stier: gǝpremi̯ērdǝ stīǝr (Kessenich) Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b] I-11
gerst gerst: gē̜.st (Kessenich) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
gerstebier gerstebier: gèstebeer (Kessenich) gerstenbier [ZND 24 (1937)] III-2-3
geschiedenis geschiedenis: ein gescheidenis vertelle (Kessenich) Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)] III-3-1
geselblok bok: bok (Kessenich) Doorgaans werd voor het grof dorsen een ladder of iets dergelijks gebruikt. Soms construeerde men speciaal voor het grof dorsen een apartstuk gereedschap. In dit lemma staan de enkele benamingen daarvan bijeen. Bij de opgaven haspel en schoofreek werd door de zegsman een tekening toegevoegd, die hier wordt overgenomen (afbeelding 9, a en b). Bij zijn tekening noteert de zegsman van L 330 nog: "Een haspel is een houten rol, van een boomstam gemaakt, die draaide rond een as waarvan de uiteinden in een opvouwbare houten schraag waren gestoken. In de rol waren spijkers zonder kop geslagen die 3 à 4 cm uitstaken. Als met een ''schob graan'' hierop geslagen werd, begon de rol te draaien en werden zowel graankorrels als kortstro verwijderd. Men hield dan een ''sjauf sjtreu'' over: lang en glad stro dat men gebruikte voor het maken van dakpanpoppen." [N 14, 15c; JG 1d] I-4
gesneden mannelijk schaap hamel: hāmǝl (Kessenich) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bɛ.rǝx (Kessenich) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12