34541 |
een ei afpellen |
schillen:
šølǝ (Q176a Ketsingen)
|
Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b]
I-12
|
34534 |
een ei schouwen |
naar het licht houden:
nu ǝt lix hātǝ (Q176a Ketsingen)
|
Men schouwt een ei om na te gaan of het bevrucht is en of het nog goed is voor consumptie. Men doet dit door het ei naar het licht te houden. Ook kan men controleren of het ei goed is door het in water te leggen. Als het zinkt, is het goed. [N 19, 56]
I-12
|
18273 |
een paar schoenen |
een paar schoenen:
ə pār šyn (Q176a Ketsingen)
|
schoenen, paar ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18337 |
een paar sokken |
een paar sokken:
ə pōͅr zoͅkə (Q176a Ketsingen)
|
kousen, paar ~ [zök, zökke] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
34495 |
een zandbad nemen |
(zich) ploeieren:
plōi̯ǝrǝ (Q176a Ketsingen)
|
Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.]
I-12
|
21564 |
eerste opbod |
eerste oproep:
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de beide "#s"staat nog een ´; deze tekens heb ik niet meegenomen in de omspelling!
joͅstə oͅprup (Q176a Ketsingen)
|
de eerste verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij bij opbod wordt geboden [den inzet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34536 |
ei zonder schaal |
liesei:
līzęi̯ (Q176a Ketsingen)
|
Ei dat alleen door een vlies is omgeven en dat geen schaal heeft. [N 19, 54a; N 7, 11; JG 1b, 1c, 2c; L 5, 80; Vld.; L B2, 366; monogr.]
I-12
|
34526 |
eieren uithalen |
rapen:
rǭpǝ (Q176a Ketsingen)
|
De gelegde eieren uit het nest halen of oprapen. In dit lemma is een opgegeven object ei of eieren niet gedocumenteerd. Voor een fonetische documentatie van "ei" zie het lemma EI (5.11.2). [N 19, 35]
I-12
|
34047 |
enter |
eenwinter:
ē̜i̯wentǝr (Q176a Ketsingen),
ɛi̯wentǝr (Q176a Ketsingen),
jaarling:
jø̜̄rleŋ (Q176a Ketsingen)
|
Rund dat één jaar oud is. [N C, 9d; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20]
I-11
|
33610 |
erf |
geleg:
gəlēͅx (Q176a Ketsingen),
mesthof:
meͅstəf (Q176a Ketsingen)
|
I-7
|