e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ketsingen

Overzicht

Gevonden: 926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lage herenschoen, molière lage schoen: ljex šyn (Ketsingen), molire (fr.): molēͅrs (Ketsingen) herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)] III-1-3
lage klomp klomp: [klomp] (Ketsingen) Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12
lage klomp? klomp: klomp (Ketsingen) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lage, natte zandgrond beemd: bęm (Ketsingen), zure grond: zūrǝ gront (Ketsingen) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lakschoen gelakkeerde schoen: gəlakjōͅtə šyn (Ketsingen) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lammeren lammeren: lamǝrǝ (Ketsingen) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamoen gestel: gǝstęl (Ketsingen) Het voorstel in z''n geheel: de twee berries en de verbindingsscheien. De benaming voor het lamoen komt voornamelijk voor in het zuidoosten van Belgisch Limburg en in het zuiden van Nederlands Limburg. [N 17, 50b + 90; N G, 54b + 56h + 64a; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
lamp lamp: lamp (Ketsingen) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
lampenpit wiek: wīk (Ketsingen) lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1
lang schortlint lint: lent (Ketsingen) linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3