e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ketsingen

Overzicht

Gevonden: 926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leiden laten springen: lø̜̄tǝ sprɛŋǝ (Ketsingen) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
lemmer lemmer: lɛmər (Ketsingen), mes: mɛs (Ketsingen) snijblad van een mes (lemmer, lemmet) [N 20 (zj)] III-2-1
lepel lepel: løͅpəl (Ketsingen) lepel in het algemeen (lepel, lippel, leeper) [N 20 (zj)] III-2-1
leren beenkap get: yetə (Ketsingen) lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)] III-1-3
lichte overjas demi-saison (fr.): dəmi-se͂ͅzo͂ͅ (Ketsingen) herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)] III-1-3
lijfbieden, prolapsus vaginae het lijf uitduwen: hǝt laiv au̯tdøi̯ǝ (Ketsingen) Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a] I-11
limburgse kaas hervese kaas: Hɛrəfskə kēs (Ketsingen), oude kaas: ə kēs (Ketsingen), stinkkaas: stinkēs (Ketsingen) Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)] III-2-3
loon huur: ps. omgespeld volgens Frings.  hy(3)̄r (Ketsingen) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1
loops lopetig: løi̯ptəx (Ketsingen), rijig: rīx (Ketsingen) konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)] III-2-1
losse linnen halsboord bandje: be͂ͅntšə (Ketsingen) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3