21263 |
motor |
moteur:
moͅtøͅr (Q176a Ketsingen)
|
motor [RND]
III-3-1
|
25130 |
motregen, fijne regen |
fijne regen:
fáinə reͅŋər (Q176a Ketsingen),
zever:
zøivər (Q176a Ketsingen)
|
motregen, stofregen [moef-, stief-, smook- naajersregen, stobber, mozel, mot, smies] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25100 |
motregenen, licht regenen |
zeveren:
hət bəgint tə zøivərə (Q176a Ketsingen),
zøivərə (Q176a Ketsingen)
|
beginnen te motregenen [te stieven, stiefregenen, mozelen, smossen, riezelen, ziebelen, zauwelen, netelen, zéémelen] [N 22 (1963)] || lichtjes regenen [sprenkelen, siebelen, zeiveren] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18325 |
mouwschort |
voordoek met mouwen:
vørək meͅt máwə (Q176a Ketsingen)
|
schort met mouwen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
26147 |
muilband |
domband:
dǫmbant (Q176a Ketsingen)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.]
II-11
|
18308 |
muiltje |
flats:
vgl. Van Dale: flat (Eng.), 3. (dames)schoen met platte hak
flatsə (Q176a Ketsingen)
|
muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33687 |
mulle grond |
mulle grond:
mȳlǝ gront (Q176a Ketsingen)
|
Droge losse grond, zonder kluiten. [N 27, 37a; monogr.]
I-8
|
21642 |
muntgeld |
stukken:
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "met een punt eronder staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling!
st"kə (Q176a Ketsingen)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: muntgeld, klinkend geld in het algemeen [geen bankbiljetten dus] [speeses?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18418 |
muts: algemeen |
muts:
muts (Q176a Ketsingen)
|
muts, hoofddeksel zonder klep of stijve rand [klots, koetsj, pars] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
33627 |
mutsaard, houtmijt |
motsemmijt:
mjoͅtsəmait (Q176a Ketsingen),
motsenmijt:
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "#" moet nog een ´ staan; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen, en heb een gewone "#" genoteerd!
də mjoͅtsəmait* (Q176a Ketsingen)
|
houtmijt, stapel takkebossen [N 05A (1964)] || houtmijt, stapel takkenbossen [N 27 (1965)]
I-7
|