21203 |
postbode |
facteur (fr.):
fəktø͂ͅr (Q176a Ketsingen)
|
postbode [RND]
III-3-1
|
20028 |
potaarde |
potaarde:
pǫtjat (Q176a Ketsingen)
|
Aarde of klei die geschikt is om er aardewerk van te bakken. [N 49, 1a; N 27, 48; L 35, 78; monogr.]
II-8
|
33171 |
poten |
planten:
plá.ntǝ (Q176a Ketsingen),
zetten:
zętǝ (Q176a Ketsingen)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-5
|
20667 |
preisoep |
poorsoep:
pwoͅrsoͅp (Q176a Ketsingen)
|
Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
schap:
šōͅp (Q176a Ketsingen)
|
voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)]
III-2-1
|
20651 |
pudding |
pudding:
pydeͅŋ (Q176a Ketsingen)
|
Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18693 |
pullover |
pullover:
pylōvər (Q176a Ketsingen)
|
pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32879 |
punt van het blad van de zeis |
tip:
tup (Q176a Ketsingen)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
18610 |
pyjama |
pyjama {piama}:
pižama (Q176a Ketsingen)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19576 |
ragebol |
spinnenborstel:
spénəboͅsəl (Q176a Ketsingen),
spinnengeweefborstel:
ragebol
speͅnəgəwi̯eͅfboͅsəl (Q176a Ketsingen)
|
borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)]
III-2-1
|