33965 |
loenje |
bekriem:
bɛkrēm (L369p Kinrooi)
|
Dubbele band die aan weerszijden van het bit vastgemaakt is, maar slechts tot achter de nek van het paard reikt (cf. definitie van lemma Teugel). Achter aan deze riem is het kordeel vastgemaakt. [JG 1b; N 13, 31]
I-10
|
17721 |
loeren |
loeren:
lūrə (L369p Kinrooi)
|
kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
33813 |
lomp paard |
karhengst:
karęŋst (L369p Kinrooi)
|
[JG 1a; N 8, 62h]
I-9
|
33250 |
loof van de bieten afplukken |
afbladeren:
āfblāǝrǝ (L369p Kinrooi)
|
Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.]
I-5
|
21686 |
loon |
dagloon:
ps. omgespeld volgens Frings.
dāxluən (L369p Kinrooi),
loon:
loën (L369p Kinrooi),
quinzime (fr.):
ke-zem (L369p Kinrooi),
ps. omgespeld volgens Frings.
kəzeͅm (L369p Kinrooi),
weekloon:
ps. omgespeld volgens Frings.
wēͅkluən (L369p Kinrooi)
|
loon, wat men verdient [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20132 |
loops |
loops:
lø͂ͅps (L369p Kinrooi)
|
loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)]
III-2-1
|
17817 |
lopen |
lopen:
laupə (L369p Kinrooi),
loͅupə (L369p Kinrooi),
lő̜u̯.pǝ (L369p Kinrooi)
|
lopen [ZND m] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
19500 |
loper |
loper:
loper (L369p Kinrooi),
lø̜̄jpǝr (L369p Kinrooi)
|
De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.]
II-3
|
22400 |
loten |
loten:
lote (L369p Kinrooi)
|
het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
17687 |
luchtpijpen |
loospijpen:
lūəspīpə (L369p Kinrooi)
|
luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)]
III-1-1
|