e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruggenwervel wervel: weͅrvəl (Kinrooi) [N 10 (1961)] III-1-1
rugnet vliegennet: [vliegennet] (Kinrooi) Vliegennet dat over de rug van het paard wordt gehangen. Een groot aantal opgaven zijn benamingen voor het vliegennet in het algemeen. Zie voor de fonetische documentatie het lemma Vliegennet [JG 1a; N 13, 83c] I-10
rui rui: rui (Kinrooi) veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 100 (1997)] III-4-1
ruiken ruiken: rieke (Kinrooi), ruke (Kinrooi), ry(3)̄kə (Kinrooi), snuffelen: snuffele (Kinrooi) Rieken: door middel van reukzin gewaarworden (rieken, ruiken) [N 108 (2001)] || ruiken [N 10b (1961)] III-1-1
ruilen (als spel) tuisen: toese (Kinrooi), tŭsə (Kinrooi) het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden] [N 112 (2006)] || Tuischen. [ZND m] III-3-2
ruin ruin: rȳn (Kinrooi) Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9
ruk snok: snok (Kinrooi, ... ) Ruk: snelle, korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snok, roets) [N 108 (2001)] III-1-2
runderhorzel, horzel horzel: horzel  ō.stəl (Kinrooi) insect III [Goossens 1b (1960)] III-4-2
runderhorzellarve angel: a.ŋəl (Kinrooi) worm vdit laatste insect [Goossens 1b (1960)] III-4-2
runderlapjes rindslapjes: Syst. Veldeke  rinslepkes (Kinrooi) Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)] III-2-3