e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schapenvet schaapsreut: Syst. Frings (?)  šōpsrø͂ͅt (Kinrooi), schaapsvet: Syst. Veldeke  sjaopsvèt (Kinrooi), schapenvet: Syst. Frings (?)  šōpəvɛ̄t (Kinrooi) Schapevet (ongel?) [N 16 (1962)] III-2-3
scharrelen dabben: dabǝn (Kinrooi), scharren: šarǝ (Kinrooi) De kippen dabben en scharren in de grond om wormen, insecten en dergelijke te vinden. [N 19, 61a; L 33, 20; monogr.] I-12
schede schede: sjei (Kinrooi), šeͅi̯ (Kinrooi) schede, lederen ~ waarin een mes wordt bewaard [N 20 (zj)] III-2-1
schede van de koe vazel: vā.zǝl (Kinrooi) Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11
scheel scheel (bn.): šēl (Kinrooi) scheel [ZND m] III-1-1
scheel zien love kijken: love kieke (Kinrooi), scheel kijken: sjael kieke (Kinrooi), scheel zien: sjeel zeen (Kinrooi) Scheel zien: gebrek van de ogen waarbij de oogassen niet op een zelfde punt gericht kunnen worden (scheel zien, scheel kijken, loensen) [N 108 (2001)] III-1-1
scheen scheen: šēn (Kinrooi) scheen [ZND m] III-1-1
scheerapparaat scheermachine: sjaermasjièn (Kinrooi), scheermachinetje: šÚɛ̄:rməšínkə (Kinrooi) Een electrisch scheerapparaat [scheermachine, scheerder] [N 114 (2002)] III-1-3
scheermes gilletje: zjiletje (Kinrooi), scheermesje: šɛ̄:Rmaeskə (Kinrooi) Een scheermesje. Een mes waarmee men de baardharen afscheert [scheermes, schars, schors] [N 114 (2002)] III-1-3
schei schei: š˙ęi̯ (Kinrooi), scheien: šęi̯.ǝ (Kinrooi) Elk van de houten balkjes die de berries verbinden en scheiden en zo de berries evenwijdig houden. Deze balkjes worden door openingen in de berries gestoken en door middel van spieën stevig vastgezet. Het aantal scheien van een kar is afhankelijk van de lengte van de berries. Een hoogkar heeft bijgevolg meer scheien dan een stortkar. [N 17, 24 + 40; N 8, 106; N G, 56e + 58a; JG 1a, JG 1b; monogr] I-13