e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Kinrooi

Overzicht

Gevonden: 2913
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dempig dempig: dɛ.mpex (Kinrooi), longscheutig: loŋšø̄tex (Kinrooi) Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6] I-9
derdeling derdeling: dørdjǝleŋ (Kinrooi) Derde zwerm of tweede nazwerm. Na de eerste nazwerm of de tweede zwerm kan enkele dagen later een tweede nazwerm volgen. [N 63, 29c; N 63, 37e; JG 1a+1b; JG 2b-5, 7; L 1a-m; A 9, 6; monogr.] II-6
deuk in een hoed dumpel: dumpel (Kinrooi) een deuk [ZND 33 (1940)] III-1-3
deur deur: dø̄r (Kinrooi) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9
deurknop, deurklink deurklink: dø&#x0304.rkle.ŋk (Kinrooi), klink: kle.ŋk (Kinrooi) Knop of handgreep waarmee men een deur opent of sluit (klink, kruk, knop) [N 79 (1979)] III-2-1
deurwaarder huissier (fr.): huusseer (Kinrooi) deurwaarder [ZND 33 (1940)] III-3-1
diarree aan de/het schijt: ān dǝ šīt (Kinrooi), dunne, de -: aan de dunne (Kinrooi), schijt: aan de sjiet (Kinrooi), aanesjiet (Kinrooi) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] || Diarree, buikloop (prutsj, loperij, aan de schiet, dunne, weke). [N 107 (2001)] I-11, III-1-2
dief dief: dēf (Kinrooi) dief [ZND m] III-3-1
diep diep: dēp (Kinrooi) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
diepzinnig diepzinnig: hè is deepzinnig (Kinrooi) Hij is diepzinnig. [ZND 33 (1940)] III-1-4