e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glad, glijdend glats: glets (Klimmen, ... ) glad [DC 39 (1965)], [SGV (1914)] III-4-4
gladde ijzerdraad gladde draad: gladǝ drǭt (Klimmen), wasdraad: wēšdrǭt (Klimmen), zinkdraad: zeŋkdrǭt (Klimmen) Het gladde ijzerdraad waarmee men weiden omheint. [N M, 6a; N M, 6b; Vld.; monogr.] I-8
gladiool gladiool: Veldeke  gladiool (Klimmen) Gewone zwaardlelie (gladiolus communis). Hoge plant (bijna 1 m), de bladeren zijn zwaardvormig en spits gevormd. De bloemen naar één kant, de kleur is rood of wit, met allerlei tussenkleuren; de bloembuis is gebogen (gladiool, harnaswortel, 12 apostelen, [N 92 (1982)] III-2-1
glansverf glansverf: glans˲[verf] (Klimmen) Verf die na droging een glanzend oppervlak vertoont. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 19b; monogr.] II-9
glas in lood gebrand glas: gǝbrant ˲glās (Klimmen), glas in lood: glās˱ e(n) luǝt (Klimmen) Samenstel van kleine, gekleurde ruitjes van gebrand glas, die in H-vormige loden roeden zijn gevat. Bij het aanbrengen van glas in lood worden de roeden zo ver als nodig uiteengebogen om het glas erin te plaatsen. Vervolgens worden ze weer aangedrukt en aan de hoeken en kruisingen aan elkaar gesoldeerd. [N 67, 89l; monogr.] II-9
glas snijden glas snijden: glās šni.jǝ (Klimmen) Glas op maat snijden met behulp van een glassnijder. Zie ook het lemma 'Glassnijder'. [N 67, 90b] II-9
glas-in-loodraam glas-in-lood: glaas i loeëd (Klimmen), glas-in-loodvenster: glas in loodvinster (Klimmen) Een glas-in-loodraam. [N 96A (1989)] III-3-3
glasbreker glasbreker: glās˱brē̜kǝr (Klimmen) IJzeren lemmet met inkepingen voor verschillende diktes van glas, dat wordt gebruikt wanneer de bij het glassnijden af te breken stroken glas te smal zijn om met de hand aan te vatten. [N 67, 58c] II-9
glasgordijn glasgordijn: glaasgerdien (Klimmen), gordijn: gerdīēn (Klimmen) Dun gordijn van gaas of andere fijne stof, dat vlak voor het raam hangt (gordijn, glasgordijn, vitrage) [N 79 (1979)] III-2-1
glaskrabber glasmesje: glāsmɛtskǝ (Klimmen), krabber: krabǝr (Klimmen), schrapmes: šrapmɛts (Klimmen) Werktuig om kleine verfspatjes van glas te verwijderen. In Q 121 verwijderde men overtollige verf ook door het glas nat te maken en vervolgens met een muntstuk over de spatjes te wrijven. In K 353 werd hiervoor een koperen geldstuk gebruikt. [N 67, 56b] II-9