e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kermis kermis: kɛrməs (Klimmen) kermis [RND] III-3-2
kermismuziek kermismuziek: kirremesmeziek (Klimmen) De muziek die te horen is op kermissen [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
kermistent kraam: kraom (Klimmen) Een kermistent [barak, schob]. [N 88 (1982)] III-3-2
kern van een pit kern: + WLD  kaer (Klimmen), Veldeke  de kaer (Klimmen) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout kern: #NAME?  kaer (Klimmen), Veldeke  de kaer (Klimmen) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kers, zoete soorten kers: kīəšə (pl) (Klimmen) I-7
kerstavond heiligeavond: heiligeaovent (Klimmen), kerstavond: Kaesjaovend (Klimmen) 24 december, de dag voor Kerstmis [Kerstavond, krisaovend, keersaovend]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstbeelden heiligen: de hèllige (Klimmen) De beeldengroep van de kerststal, de kerstbeelden. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstblok kerstblok: kaesjblok (Klimmen) Het blok hout dat speciaal voor kerstmis bewaard wordt en dan verbrand wordt. [N 88 (1982)] III-3-2
kerstboom kerstboom: Kaesjboum (Klimmen), keersboam (Klimmen) Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)] III-3-3