18590 |
kinderondergoed |
kinderondergoed:
kingerongergood (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
Ondergoed voor kinderen. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18362 |
kinderschort met mouwen |
kinderscholkje met mouwen:
kinger-sjölkske mit mŏĕwwe (Q111p Klimmen),
mouwenscholkje:
moewe-sjölksjke (Q111p Klimmen),
mŏĕwwe sjölkske (Q111p Klimmen)
|
kinderschort met mouwen [smul] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19382 |
kinderstoel |
kakstoel:
kaksjtool (Q111p Klimmen),
kinderstoeltje:
kingersjeulke (Q111p Klimmen)
|
Stoel voor kleine kinderen op hoge poten met een armleuning en een tafelblad ervoor, eventueel met een potje onder de zitting (kakstoel, krokstoel, kloef) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
22667 |
kinderzang |
kinderzang:
kinderzangk (Q111p Klimmen),
kingerzangk (Q111p Klimmen)
|
Het zingen van kinderen [gelots]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
23925 |
kindje jezus |
jezusje:
jezeke (Q111p Klimmen),
jezuskindje:
ut jezus kintje (Q111p Klimmen),
kindje jezus:
t kindje jezes (Q111p Klimmen),
t kindje jezus (Q111p Klimmen)
|
Het Jezuskind, het kind(je) Jezus, Jezuke. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20169 |
kinds |
afstandelijk:
aafsjtendig (Q111p Klimmen),
kinds:
kindsj (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
simpel:
sumpel (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
verkindst:
verkindsjd (Q111p Klimmen),
verkinsj (Q111p Klimmen),
zonder besef:
zonger verzej (Q111p Klimmen)
|
door hoge ouderdom zwak van geest [suffig, kinds, simpel] [N 85 (1981)] || door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
33940 |
kinketting |
kinketting:
kenkęteŋ (Q111p Klimmen)
|
Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.]
I-10
|
18073 |
kinkhoest |
kiekhoest:
kiekhoos (Q111p Klimmen)
|
kinkhoest [SGV (1914)]
III-1-2
|
25259 |
kinnetje, maat van 15,2 liter (half anker) |
kinnetje:
1 vingerhood = ± 0,01 lieter 1 mäötje = ± 0,10 lieter 1 sjöpke = ± 0,25 lieter 1 pint = ± 0,60 lieter 1 beksjke = ± 1/4 pint 1 hèjfke = ± 1/2 kan 1 kan = ± 1,40 lieter 1 anker = ± 30 kan 1 aam = ± 4 anker 1 iëker = ± 8 kan sjtök = oude wijnmaat van ? vaan = oude biermaat van ? tien = oude kolenmaat van 1/2 hectoliter of 2 kuipen okshoof = oude wijnmaat van ? Alle vorengenoemde maten en gewichten zijn in onbruik. De woorden zijn alleen nog bij ouderen bekend.
kinnetje (Q111p Klimmen)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 15,3 liter [kinnetje] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33933 |
kinriem |
kinriem:
kenrēm (Q111p Klimmen)
|
Verlenging van de neusriem die onder de kin van het paard doorloopt. [N 13, 24]
I-10
|