e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
metselstenen bevochtigen laten drinken: lǭtǝ dreŋkǝ (Klimmen), nat maken: nāt mākǝ (Klimmen) Metselstenen nat spuiten. Om een goede aanhechting tussen mortel en steen te verkrijgen, worden metselstenen doorgaans een avond vóór het verwerken bevochtigd. Dit voorkomt dat de droge steen tijdens het metselen te veel water uit de mortel opneemt. [N 31, 13a] II-9
metselwerk in natuursteen brokwerk: bruxwɛrǝk (Klimmen) Metselwerk waarbij natuursteen wordt gebruikt. Daarbij onderscheidt men muren vervaardigd van natuurlijke, onbehakte stenen, muren van onregelmatige breuksteen en muren van regelmatige breuksteen. In Q 121 werden natuurstenen, vrij recht behakt, ongeveer in halfsteensverband gemetseld. Men noemde dit: 'in lagen gewerkt' ('en lǫagǝ jǝwerǝkt'). Wanneer men in dit verband af en toe een steen rechtop verwerkte, sprak men van een 'oud-duits verband' ('alt˱dǫjtš ˲vǝrbaŋk'). Veelhoekige stenen van allerlei vorm werden gemetseld in 'cyclopenverband' ('tsiklōpǝnvǝrbaŋk'). [N 31, 31a; monogr.] II-9
metselzand bergzand: bę ̞rǝx˲zant (Klimmen), fommelzand: fumǝlzant (Klimmen), gewassen zand: gǝwɛšǝ zant (Klimmen), grijze maaszand: grīzǝ mās˲zant (Klimmen), maaszand: mās˲zant (Klimmen), metselzand: mętsǝlzant (Klimmen), scherpe zand: šɛrǝpǝ zant (Klimmen), witte zand: wetǝ zant (Klimmen) Het zand dat bij de bereiding van mortel aan het bindmiddel, bijvoorbeeld kalk of cement, wordt toegevoegd. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van rivierzand omdat dit scherp, schoon en ongelijk van korrelgrootte is. In Q 4 werd het zand doorgaans genoemd naar de plaats van herkomst. Ook de woordtypen 'brunssummmer zand' (Q 203), 'helchterse zand' (P 51), 'helchterse' (K 359) en 'lommelzand' (K 353, K 359, P 56) verwijzen naar plaatsen waar zand wordt of werd afgegraven. Zie voor het woordtype 'chape-zand' (L 364) het lemma 'Vloermortel'. [N 30, 36a; N 30, 36b; N 27, 47; L 42, 57; monogr.] II-9
metworst belster: bélstər (Klimmen), braadworst: braodwoeësj (Klimmen), droogworst: drueg woeësj (Klimmen) metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)] III-2-3
meuken, maat van 125 liter meuken: meuken (Klimmen) de maat die een inhoud aangeeft van 125 liter [meuken] [N 91 (1982)] III-4-4
mevrouw mevrouw: mevrouw (Klimmen) hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)] III-3-1
miauwen miauwen: Veldeke  míawwe (Klimmen) Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)] III-2-1
middag (s middags) noen: nôôn (Klimmen) middag [RND] III-4-4
middagdienst, late dienst (de) middag: dǝr medex (Klimmen [Emma]), middagschicht: medexšix (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De werktijd van ''s middags 2 uur tot ''s avonds 10uur. Volgens Defoin (pag. 209) wordt de namiddagdienst in de pijlers waar de kolenwinning tijdens de morgendienst geschiedt, besteed aan het verplaatsen van de installaties en de nachtdienst aan de dakbreuk. In die waar de kolenwinning tijdens de namiddagdienst geschiedt, verricht men de verplaatsing van de installaties in de nachtdienst en de dakbreuk in de volgende morgendienst. Voor de middagdienst had men, volgens de informant van Q 15, een driekantige penning. Zie ook het lemma Controlepenning. [N 95, 117; monogr.; Vwo 509; Vwo 510; Vwo 807] II-5
middagdutje ungeren (zn.): z.n.w  ungere (Klimmen) middagdutje [SGV (1914)] III-1-2