e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pasfoto pasfoto: pasfoto (Klimmen, ... ) de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)] III-3-1
pasgeboren kalf melkskalfje: mɛlǝks[kalfje] (Klimmen) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
paspoort pas: pas (Klimmen, ... ) het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)] III-3-1
passen passen: passe (Klimmen, ... ) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
passiezondag passiezondag: Passiezondich (Klimmen), Passiezóndig (Klimmen) De vijfde zondag van de vasten, de voorlaatste zondag vóór Pasen. [N 96C (1989)] III-3-3
pastinaak pastenaken: + WLD  pastenaak (Klimmen) De pastinaak, de vlezige wortel van de plant met dezelfde naam, die een aromatische smaak heeft (pastenaak, pannenakkerstrung). [N 82 (1981)] I-7
pastoor pastoor (<lat.): `ne pesjtoeër (Klimmen), eine pestjoor (Klimmen), enne pasjtoër (Klimmen), enne pesjtoër (Klimmen), pəsjtu.ər (Klimmen) Een pastoor, het geestelijk hoofd van een parochie [pestoeër]. [N 96D (1989)] || pastoor [RND] III-3-3
pastorie pastorie: de pasterie (Klimmen, ... ), de pasteriej (Klimmen), pastrie (Klimmen) Het woonhuis van de pastoor, pastorie. [N 96D (1989)] || pastorie [SGV (1914)] III-3-3
patates frites friet: frĭĕt (Klimmen), frieten: frĭĕtte (Klimmen), Syst. WBD  frĭĕtte (Klimmen) de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] || Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)] III-2-3
pateen pateen (<fr.): de pateen (Klimmen), de patiën (Klimmen), pateen (Klimmen) De pateen, gouden schaaltje op de kelk [patieën?]. [N 96B (1989)] III-3-3