e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pink eenjarig: ɛi̯jǭrex (Klimmen), kleine vinger: kleine vinger (Klimmen), pink: peŋk (Klimmen) Eénjarig kalf, onverschillig van welk geslacht, dat nog alle melktanden heeft. [N C, 9b en 8; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20] || Pink, de vijfde, kleinste vinger (pinkel, pinker, pink, petieter, piepzakje). [N 84 (1981)] I-11, III-1-1
pinksterbloem pinksterbloem: peŋkstǝrblom (Klimmen) Cardamine pratensis L. Een algemeen voorkomend, veldkersachtig plantje in graslanden, bermen en aan waterkanten met witte tot vaag lilagekleurde kruisbloempjes in trossen op een hol stengeltje en dun blad dicht bij de grond. Het bloeit van april tot juni en varieert in hoogte van 15 tot 50 cm. Niet te verwarren met de (echte) koekoeksbloem (Lychnis flos-cuculi L.; zie het lemma Echte Koekoeksbloem), die op dezelfde plaatsen groeit, maar roze-rode bloempjes heeft met gespleten kroonbladeren. Kroenekraan is de plaastelijke benaming van de kraanvogel. [N 37, 16f; A 17, 3; A 49B, 3; monogr.] I-5
pinksteren pinkstdag: Pinksdaag (Klimmen), pinksten: Pinkste (Klimmen), pinksteren: Pinkstere (Klimmen) Pinksteren [SGV (1914)] || Pinksteren, de vijftigste dag na Pasen [Sinksen, Pinkste]. [N 96C (1989)] III-3-3
pinstokken (voor de slee) pelen: peele (Klimmen), pikstekken: ps. invuller twijfelt over het antwoord!  piksjtekke ? (Klimmen) pikstokken waarmee de kinderen een slee (waarop ze zitten) voortduwen [N 08 (1961)] III-3-2
pint, maat van 0,5 liter halve liter: ⁄nen hawve liter (Klimmen), pint: 1 vingerhood = ± 0,01 lieter 1 mäötje = ± 0,10 lieter 1 sjöpke = ± 0,25 lieter 1 pint = ± 0,60 lieter 1 beksjke = ± 1/4 pint 1 hèjfke = ± 1/2 kan 1 kan = ± 1,40 lieter 1 anker = ± 30 kan 1 aam = ± 4 anker 1 iëker = ± 8 kan sjtök = oude wijnmaat van ? vaan = oude biermaat van ? tien = oude kolenmaat van 1/2 hectoliter of 2 kuipen okshoof = oude wijnmaat van ? Alle vorengenoemde maten en gewichten zijn in onbruik. De woorden zijn alleen nog bij ouderen bekend.  pint (Klimmen) de maat die een inhoud aangeeft van 0,5 liter [snelleke, pint, schopje, schep, wup, leers] [N 91 (1982)] || de maat die een inhoud aangeeft van 0,6 liter [snelleke, pint, schopje, schep, wup, leers] [N 91 (1982)] III-4-4
pissebed zeevarken: WLD  zîê-verreke (Klimmen) Hoe noemt u de keldermot, pissebed (kelderoog, varkentje, stekelvarken, steenmot, zespoter, varkensbeest) [N 83 (1981)] III-4-2
pit wiek: wēk (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De lampepit van de veiligheidslamp. [N 95, 249; N 95, 243; monogr.] II-5
pit van een steenvrucht kern: kêr (Klimmen), ± WLD  kaer (Klimmen), knoop: Veldeke  d’r knoep (Klimmen), Veldeke mv.  knüp (Klimmen), pit: + WLD  pit (Klimmen) De pit van een steenvrucht (kern, steen, pit, baak, teel, kelling). [N 82 (1981)] || kern [SGV (1914)] I-7
pit, kern van fruit kern: kɛr (Klimmen) [RND 08] I-7
plaan plaan: plām (Klimmen), strijkstek: štrī̄kštę ̞k (Klimmen) Houten strijktoestel waarmee men de overtollige klei verwijderde en de vormbak dichtstreek en effen maakte. Zie afb. 21. [N 98, 78] II-8