e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raamwerk geschoor: gǝšȳr (Klimmen) Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e] II-9
raapstelen steelmos: Veldeke  sjteelmoos (Klimmen), stelen: + WLD  sjteel (Klimmen) De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)] I-7
raapzaadolie reubolie: rø̄b˱ǭlex (Klimmen) De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
raar, vreemd raar: raar (Klimmen), vreemd: vrêm (Klimmen) 01; vreemd [SGV (1914)] || raar [DC 02 (1932)] III-1-4
raaskallen bazelen: bazele (Klimmen), brazelen: brazele (Klimmen), zeveren: zeivere (Klimmen) onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)] || revelen [SGV (1914)] III-3-1
raat raat: roǝt (Klimmen) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raden raden: rao (Klimmen, ... ), roa (Klimmen), roaə (Klimmen) raden [N 07 (1961)] || raden (ww.) [SGV (1914)] III-1-4, III-3-2
radiatorkwast bokkepoot: bǫkǝpuǝt (Klimmen), radiatorenkwast: radijatōrǝkwas (Klimmen) Platte kwast waarvan de haarbundel gevat is in een ijzeren bus die onder een hoek van ongeveer 450 aan de steel bevestigd is. De kwast wordt gebruikt voor het schilderen van radiatoren. [N 67, 43c] II-9
radijs radijsje: radieskes (Klimmen) I-7
radio radio: radio (Klimmen), radĭĕjoo (Klimmen) een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)] III-3-1