e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rechtspreken rechten: richte (Klimmen), rechtspreken: rechsjpraeke (Klimmen) rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)] III-3-1
rechtstaande oren spitsoren: sjpits ôôre (Klimmen) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1
rechtvaardig rechtvaardig: rechvaerdig (Klimmen) handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] III-1-4
rector rector (lat.): `ne rector (Klimmen), eine rektor (Klimmen), enne rekter (Klimmen), rektor (Klimmen) Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3
redingote? redingote (fr.): #NAME?  reddingot (Klimmen) riddingot, in de betekenis van kostuum(onderdeel); betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
reeks, rij reeks: reeks (Klimmen), rij: rie (Klimmen), ris (Klimmen), rĭĕj (Klimmen) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] || rij [SGV (1914)] III-4-4
reephout wijde: wījǝ (Klimmen) Hout dat wordt gebruikt voor het vervaardigen van dekgarden. [N F, 55] II-9
reepje overschietend gras hooischaar: (mv)  hø̜i̯šǭrǝ (Klimmen) Soms blijft er bij het maaien een reepje gras staan omdat men de slag met de zeis iets te ver neemt. De zegslieden hebben dit verschijnsel zowel door een zelfstandig naamwoord (zoals zwaaibalk of baard) benoemd, als ook door een werkwoordelijke uitdrukking, waarin een dergelijk zelfstandig naamwoord voorkomt (zoals een baard maaien of een baard laten staan), en tenslotte ook door een op zichzelf staand werkwoord of werkwoordelijke uitdrukking (zoals te breed pakken of te wijd grijpen). Al deze opgaven zijn in dit lemma ondergebracht. [N 14, 96] I-3
reformladder reformledder: rǝfǫrmlø̜dǝr (Klimmen), uitzetledder: ūt˲zętlø̜dǝr (Klimmen) Ladder uit twee delen die gebruikt kan worden als schuifladder en als dubbele ladder. [N 67, 63c] II-9
regelaar vervoer vervoerregelaar: vǝrvø̄rręjgǝlę̄r (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), vorderstijger: vø̜rdǝrštīgǝr (Klimmen [Emma]) De vervoerregelaar regelt in de Nederlandse mijnen het transport en de distributie van de lege wagens voor de verschillende laadstations. In de Belgische mijnen kent men hiervoor de "dispatcher". "De dispatcher verdeelt de ledige mijnwagens over de verschillende afdelingen en pijlers. Hij vormt de rijen wagentjes voor hun vertrek en stelt zich gedurende de ganse werktijd telefonisch op de hoogte van het vervoer" (Vanwonterghem pag. 100). [N 95, 150; N 95, 149b; monogr.; Vwo 233; Vwo 284; Vwo 828; Vwo 830] II-5