e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sap in planten sap: #NAME?  saap (Klimmen), Veldeke  d’r saap (Klimmen) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht sap: + WLD  saap (Klimmen), sááp (Klimmen), Veldeke  d’r saap (Klimmen, ... ) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7
satijnkwastje satijnkwast: sǝtīnkwas (Klimmen), toepkwastje: tupkwɛskǝ (Klimmen) Kleine soort glaceerkwast die bij het nabootsen van mahoniehout wordt gebruikt voor het invegen van de bloem. [N 67, 40] II-9
saus saus: sááwz (Klimmen) saus [RND] III-2-3
sauslepel sauslepel: sawslaepel (Klimmen) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
sauzen lijmen: līmǝ (Klimmen), sauzen: sǫwzǝ (Klimmen), soppen: sǫpǝ (Klimmen) Verven met lijmverf. [N 67, 66d] II-9
savooiekool savooi: savoͅjə (Klimmen), Veldeke ook kortweg: -  savojjè (Klimmen), savooie: savojje (Klimmen), savooje (Klimmen), savooiekool: savojje kuel (Klimmen), Veldeke  savójjekoeël (Klimmen), savooiemoes: savooje moos (Klimmen), schelk: + WLD  sjèlk (Klimmen), niet volgroeide savooiekool  sjelk (Klimmen), slek: als jonge plant  sjlek (Klimmen) [N Q (1966)]De witgele sluitkool met gekrulde bladeren; savooikool, die zeer dicht geplant wordt en zonder vaste krop geoogst (schelk). [N 82 (1981)] || savooie kool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3
scapulier scapulier: e sjabbeleer (Klimmen, ... ), ein sjabbeleer (Klimmen), sjabbeleer (Klimmen, ... ), sjabbelier (Klimmen), zielenlapje: zieëlelepke (Klimmen) Een scapulier of skapulier: lapjes gewijde stof, door linten of band met elkaar verbonden en (door leken) onder de kleding op borst en rug gedragen [schabbelier, sjabbeleer?]. [N 96B (1989)] || Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)] III-3-3
scapuliermedaille scapuliermedaille (<fr.): sjabbeleermedaalje (Klimmen, ... ) Een scapuliermedaille, de latere vervanger van het stoffen scapulier. [N 96B (1989)] III-3-3
schaaf schaaf: šāf (Klimmen) Werktuig, bestaande uit een houten blok waarin een beitel in schuine stand zodanig is bevestigd, dat het snijvlak ervan aan de onderzijde enigszins uitsteekt. De schaaf wordt gebruikt om hout vlak te maken of om er een bepaalde vorm aan te geven. [N 53, 53; S 30; monogr.] II-12