e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
springvloed springvloed: sjpringvlood (Klimmen) springvloed, hoge waterstand die ontstaat als zon- en maanvloed samenwerken [giertij, springtij, gierstroom] [N 81 (1980)] III-4-4
springzaad balsemien: Veldeke verbasterd tot belzjemien  balsemien (Klimmen), belzemien: -  belzjemien (Klimmen) Balsemien (impatiëns balsemina). De bovenste bladeren niet in kransen om de stengel. De stengel groeit rechtopstaand, meestal weinig vertakt en ongeveer 1/2 m hoog of lager. De bloemen zijn rood, wit of gevlekt, haast altijd …gevuld", alleenstaand of in g [N 92 (1982)] || reuzenbalsemien [DC 68 (1993)] III-4-3
sprinkhaan sprinkhaan: sjprinkhaan (Klimmen) sprinkhaan [SGV (1914)] III-4-2
sproeten sproetelen: sjprootel (Klimmen), sjprootele (Klimmen), sjprotel (Klimmen), sjprotele (Klimmen, ... ) sproet(en) [SGV (1914)] || sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprokkelen sprokkelen: sjprokkele (Klimmen) sprokkelen [SGV (1914)] III-1-2
sprong sprong: šprøŋk (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Julia]) Aantal centimeters dat een stijl uit het lood staat. [N 95, 294; monogr.] II-5
spruiten spruiten: sjproete (Klimmen), spruitjes: sjpruutjes (Klimmen), sjprütjes (Klimmen) spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)] III-2-3
spruiten, uitbotten bottelen: bottelen (Klimmen), botten: botte (Klimmen), scheutmaken: ± WLD  sjêûtmake (Klimmen), spruiten: #NAME?  sprōēte (Klimmen), uitlopen: Veldeke  oetloupe (Klimmen) bloemknoppen zetten || uitlopen v bomen || Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)] III-4-3
spruitkool, spruitje spruiten: sjproete (Klimmen), sjprōēte (Klimmen), spruitje: sjpruutjes (Klimmen) [N Q (1966)]spruiten [SGV (1914)] I-7
spruitpot kwelketel: kwɛlkē̜tǝl (Klimmen) Pot waarin men koren kookt, zodat het gaat zwellen. Vervolgens voert men dit aan beesten met name aan het paard. [N 18, 129] I-11