e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7823
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe vleesvlieg, bromvlieg vleesvlieg: WLD  vleisjvleeg (Klimmen) Hoe noemt u een grote, dikke vlieg, donkerblauw glanzend, die eieren legt in geslacht vlees (dal) [N 83 (1981)] III-4-2
blauwsel blauwsel: blauwsel (Klimmen), blɛj(t)sǝl (Klimmen), kalkblauw: kalǝk˱blǫw (Klimmen), popje blauwsel: pøpkǝ blɛjtsǝl (Klimmen) Soort blauw poeder dat men aan witkalk toevoegt om deze witter te doen lijken. Het toevoegen van blauwsel noemde men in Q 3 'blauwselen' ('blotsǝlǝ'), in Q 121 'blauwen' ('blø̜jǝ'). [N 67, 66f] || Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)] II-9, III-2-1
blazen blazen: blaoze (Klimmen), Veldeke  blaoze (Klimmen) blazen [DC 37 (1964)] || Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)] III-1-1, III-2-1
blazer blazer: blø̜̄zǝr (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I-V]) Een uitstroming van gas uit een nauwe spleet van de koollaag of het nevengesteente. Volgens de invuller uit Q 121c kwam het verschijnsel met name voor in gasrijke mijnen zoals de Maurits, de Emma of de Hendrik. In het Kempens Bekken kent men volgens de zegsman uit L 417 geen blazers. Wel komen er ooit plotselinge uitbarstingen voor. [N 95A, 16; monogr.] II-5
bleek blass (du.): hae zuut ⁄r blas oet (Klimmen), bleek: bleik (Klimmen), hae zuut ⁄r bleik oet (Klimmen), hae züt bleik oet (Klimmen) bleek [SGV (1914)] || bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleek, flets zien blass (du.) uitzien: hae zuut ⁄r blas oet (Klimmen), bleek uitzien: hae zuut ⁄r bleik oet (Klimmen), hae züt bleik oet (Klimmen), uitzien zoals een lijk: hae zuut ⁄r oet wie e līēk (Klimmen), vaal uitzien: hae zuut ⁄r vaal oet (Klimmen) bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleke steen (een) bleke: blęjkǝ (Klimmen), bleke brik: blęjkǝ brek (Klimmen), bleke steen: blęjkǝ štęjn (Klimmen) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
bles bles: blɛs (Klimmen) Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b] I-11
blij blij: bliej (Klimmen) blij [SGV (1914)] III-1-4
blijven hangen, blijven plakken blijven hangen: blieve hange (Klimmen), plakken: plekke (Klimmen, ... ) ergens steeds maar blijven, niet weg willen gaan [kleven, pekken, hukken, persten, plersten, pleisteren] [N 91 (1982)] III-4-4