e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
telefoon telefoon: telefoon (Klimmen), tillefoon (Klimmen) het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)] III-3-1
telefooncel telefooncel: telefooncel (Klimmen), tillefoonsél (Klimmen) het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)] III-3-1
telegram telegram: telegram (Klimmen, ... ), tillegram (Klimmen) een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] || telegram [SGV (1914)] III-3-1
telen, verbouwen brengen: breŋǝ (Klimmen), trekken: trękǝ (Klimmen), zetten: zętǝ (Klimmen) Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.] I-4
teleurgesteld (worden) bedrogen: bedraoge oetkòmme (Klimmen), bedraoge oetkómme (Klimmen) in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] || niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4
temperen aanmaken: āmākǝ (Klimmen), ānmākǝ (Klimmen), mengen: meŋǝ (Klimmen), temperen: tɛmpǝrǝ (Klimmen) Het vermengen van de droge verfstoffen met olie. [N 67, 26a] II-9
tempermes tempermes: tɛmpērmɛts (Klimmen), tɛmpǝrmɛts (Klimmen) Dun, meer of minder veerkrachtig, geheel plat mes met afgerond uiteinde. Het tempermes wordt door de schilder gebruikt om kleine hoeveelheden verf te mengen en om gewreven verf van de wrijfsteen af te schrapen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Olieverf'. [N 67, 26f] II-9
ten doop houden de dopeling vasthouden: der duipeling vas hauwte (Klimmen, ... ), ten doop houden: ten doup hawte (Klimmen), ter doop houden: ter duip hawte (Klimmen) Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)] III-3-3
ten einde brengen afmaken: aafmake (Klimmen) een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten offer gaan de offergang maken: der offergank make (Klimmen), offergank make (Klimmen), om de altaar gaan: om der elter gaon (Klimmen), om gen elter gao (Klimmen), ten offer gaan: ten offer gao (Klimmen) De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)] III-3-3