e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verbaasd verwonderd: verwónderd (Klimmen) verbaasd, bevreemd, verwonderd zijn [toezien, staan zien] [N 85 (1981)] III-1-4
verbandkamer (bij) de verbandsdoos: bi dǝ vǝrbantsduǝs (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Willem-Sophia]), verbandkamer: verbandkamer (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Ruimte bovengronds waar onder leiding van een bedrijfs- of mijnarts verwondingen behandeld kunnen worden. [N 95, 26; N 95, 951; N 95, 952; monogr.] II-5
verbandmeester verbandmeester: vǝrbantmęjstǝr (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]) De verbandmeester verbond de wonden die de mijnwerkers hadden opgelopen. Hij deed dit werk onder leiding van de mijnarts. [N 95, 161; N 95, 951] II-5
verbeterde pan mulderpan: mø̜ldǝrpan (Klimmen) Algemene benaming voor een dakpan die voorzien is van zijsluitingen. Volgens de invuller uit Q 95 was de verbeterde dakpan geribbeld (g\røb\lt) van vorm. In L 360 was de pan voorzien van een sluiting (sløjte!), in Q 3 van een dobbelsluiting (dǫb\lslǫwte!). [N 32, 44b; monogr.] II-8
verbinden van een wonde verbinden: verbinge (Klimmen) verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)] III-1-2
verbindingspennen gudpin (enkelv.): gø̜tpen (Klimmen) De houten of ijzeren pennen die de vergaringen met elkaar verbinden. [N 17, 66; N G, 45d] I-13
verblinding blindlaag: bleŋlǭx (Klimmen) De gemetselde laag stenen waarmee de latei aan het oog wordt onttrokken. Zie voor de woordtypen 'streklaag', 'strek', 'rollaag', 'rol' en 'koplaag' ook de toelichting bij de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Koppenlaag'. [N 32, 15d] II-9
verbruien mislukken: mislökke (Klimmen), verbruien: verbrūje (Klimmen), verknoeien: verknoeëje (Klimmen) door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)] || verbruien [SGV (1914)] III-1-4
verdacht verdacht: verdach (Klimmen) verdacht [SGV (1914)] III-3-1
verdekken afwerken: āfwerǝkǝ (Klimmen) De pannen definitief leggen. Zwiers II merkt op pag. 512 over het 'verdekken' op: ø̄Het goed en gelijk leggen der dakpannen op een beschoten dak, hetgeen pas geschiedt, nadat eerst het geheele dak ten ruwste gedekt is, ten einde het gebouw zoo vlug mogelijk waterdicht te maken. Bij het verdekken moet elke pan door klinken goed worden nagezien, of ze zonder bersten is en, waar noodig, iets afgehakt worden, wat bij Hollandsche pannen bijna altijd het geval is, ten einde ze goed sluitend te kunnen leggen.ø̄ [N 32, 47b] II-9