34657 |
vering |
veer:
vɛ̄r (Q111p Klimmen),
(mv)
vērǝ (Q111p Klimmen),
vɛ̄rǝ (Q111p Klimmen),
vering:
vɛ̄reŋ (Q111p Klimmen)
|
Vering van het rijtuig. Onder A. bevinden zich de algemene benamingen voor de vering, onder B, C en D de specifieke soorten. De enkele veer (B) bestaat uit een hoofdblad , waarop door middel van een in het midden aangebrachte veerbout twee of meer, telkens kortere steunbladen zijn vastgeklemd. De dubbele veer (C), die meer gebruikt wordt, daarentegen bestaat uit twee hoofdbladen. De spiraalveer tenslotte (D) is een spiraalvormig opgewonden draad van staal of een ander veerkrachtig materiaal. [N 101, 16, monogr]
I-13
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
verjoardaag (Q111p Klimmen)
|
verjaardag [SGV (1914)]
III-3-2
|
34171 |
verkeerd liggen |
in een wrong liggen:
in een wrong liggen (Q111p Klimmen),
verkeerd liggen:
verkeerd liggen (Q111p Klimmen)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
23130 |
verkeerd ronddelen add. |
verbruien:
z. verbrüjje (Q111p Klimmen),
verkaarten:
z. verkaarte (Q111p Klimmen),
zich verkaarte (Q111p Klimmen)
|
De kaart vergooien. || De kaart verwerpen bij het kaartspel.
III-3-2
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vrieje (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] || vrijen [SGV (1914)]
III-3-1
|
20364 |
verkering |
verkering:
verkieëring (Q111p Klimmen)
|
verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20367 |
verkering hebben |
vrijen:
vrieje (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen),
vrii̯ə (Q111p Klimmen)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] || vrijen [DC 38 (1964)], [DC 73 (1998)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
18001 |
verkillen |
killen:
kelle (Q111p Klimmen)
|
Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21390 |
verklaren |
verklaren:
verkloare (Q111p Klimmen)
|
verklaren [SGV (1914)]
III-3-1
|
18002 |
verkleumd |
stijf:
sjtief va kaw (Q111p Klimmen),
stijf bevroren:
sjtīēf bevraore (Q111p Klimmen),
verkild:
verkéld (Q111p Klimmen)
|
verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)]
III-1-2
|