e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
versierde schouderdoek hul: höl (Klimmen, ... ), zijden plag: ne zĭejje plak (Klimmen, ... ) schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)] III-1-3, III-3-3
versieren (met bloemen) sieren: bronk siere (Klimmen), de brònk sere (Klimmen) Het versieren van de straten op de dag(en) vóór de processie [tsere]. [N 96C (1989)] III-3-2
versiersel sieraad: seraod (Klimmen), smuk (<du.): sjmŏĕk (Klimmen) voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3
versleten afgedragen: aafgedrage (Klimmen), versleten: versjlieëte (Klimmen), versjliëte (Klimmen) door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)] III-1-3
versnijden versnijden: vǝršnijǝ (Klimmen) Een muur vanaf een bepaald punt minder dik verder bouwen, bijvoorbeeld door van tweesteens naar anderhalfsteens of, volgens de invullers uit L 320a en L 382, van steens naar halfsteens over te gaan. [N 31, 46a] II-9
verspreid gras sprei: špręi̯ (Klimmen) Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98] I-3
verstand verstand: ⁄t versjtand (Klimmen) het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] III-1-4
verstandig verstandig: versjtendig (Klimmen, ... ) een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstandskies baktand: bàktànt (Klimmen), oogtand: augtant (Klimmen), verstandskies: verštàndskees (Klimmen) verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)] III-1-1
verstekhaak spitshaak: špetshǭk (Klimmen), verstekhaak: vǝrštē̜khǭk (Klimmen, ... ) Een winkelhaak waarvan de benen onderling een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om versteklijnen af te tekenen en om te controleren op haaksheid. Zie ook afb. 104 en het lemma ɛverstekhaakɛ in Wld II.9, pag. 10-11 en Wld II.11, pag. 57.' [N 53, 188; N E, 18a; monogr.] || Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om hoeken van 450 af te tekenen. Zie ook het lemma "verstekhaak" in Wld II.9, pag. 10-11 en afb. 77. [N 33, 318e] || Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. Zie ook afb. 3. [N 30, 13b; monogr.] II-11, II-12, II-9