e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstelbare moersleutel engelse sleutel: eŋǝlšǝ šlyǝtǝl (Klimmen), tandsleutel: tantšlyǝtǝl (Klimmen) sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.] II-11
verstellen stukken: štø̜kǝ (Klimmen) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
verstoppertje spelen koekverbergen: koek verberge (Klimmen), koekverberge (Klimmen) Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)] III-3-2
verstopte speen stop: štǫp (Klimmen) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11
verstuiken verstuiken: versjtøke (Klimmen), versjtøkt (Klimmen) verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)] III-1-2
verteerde mest goede mest: gǫu̯ǝ [mest] (Klimmen), korte stalmest: kǫrtǝ [stalmest] (Klimmen) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1
vertinborstel sleep: šlęjp (Klimmen) Lange stok met aan het uiteinde een soort spaan of borstel, waarmee de binnenzijde van schoorsteenkanalen ruw bepleisterd wordt. De specie die hierbij werd gebruikt, werd in Q 95a 'schouwplaaster' ('šǫwplǭstǝr') genoemd. [N 32, 25d; monogr.] II-9
vertrouwen vertrouwen: vertroewe (Klimmen, ... ) iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
vervanger remplaant (fr.): ramplassant (Klimmen), ramplesant (Klimmen) iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)] III-3-1
verveling verveling: vervaeling (Klimmen) de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)] III-1-4