e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlaggedienst vlaggeschicht: vlagǝšix (Klimmen  [(Oranje-Nassau I)]   [Maurits]) Bovengrondse dienst in de werkplaats. Volgens de informant van Q 15 verliep die van kwart voor 8 ''s morgens tot 5 uur in de middag. De informant van Q 21 maakt melding van een werkperiode van 8 uur ''s morgens tot 4 uur in de middag. [N 95, 116; N 95, 47; N 95, 123 add.] II-5
vlaggen grozen: grǫwzǝ (Klimmen) Plaggen of zoden die als nokbedekking worden gebruikt. Tegenwoordig wordt de nok vooral afgedekt met behulp van vorstpannen. Zie ook het lemma 'Vorstpan' in wld II.8, pag. 86. [N F, 9; N 4A, 34b] II-9
vlak stuk in een pijler vlak stuk: vlak štø̜k (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]) [N 95, 287; monogr.] II-5
vlak, gelijk vlak: vlaak (Klimmen) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlakhamer vlakhamer: vlakhāmǝr (Klimmen) Hamer met een losse of vaste steel en een vlakke kop, waarop met een andere hamer geslagen wordt om een werkstuk vlak te maken. Zie ook afb. 37c. [N 33, 78-79; N 33, 82; N 33, 55] II-11
vlakke pijler dwarspijler: dwarspijler (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Eisden]), vlakke pijler: vlakke pijler (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Wilhelmina]) Pijler met een hellingspercentage tussen 0 en 20 graden. [N 95, 284; monogr.; N 95, 287] II-5
vlakplaat vlakplaat: vlakplāt (Klimmen) Vlakke, gietijzeren plaat die wordt gebruikt om de vlakheid van een werkstuk te controleren. Het werkstuk wordt daartoe over de met olie en een kleurstof ingesmeerde vlakplaat bewogen. De hoge plekken van het werkstuk worden zo met kleurstof gemerkt en kunnen vervolgens met het schraapstaal worden verwijderd. Zie ook afb. 206. [N 33, 344; N 64, 30b; N 66, 11b] II-11
vlaktex vlak land: vlaak land (Klimmen) vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
vlam vlam: vlam (Klimmen, ... ) Vuurtong, vlam (vlam, laai) [N 79 (1979)] III-2-1
vlechten vlechten: vlechte (Klimmen), vlöchte (Klimmen) lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 86 (1981)] III-1-1