e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q111p plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7823
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
calvarieberg op het kerkhof calvarie (<lat.): klevarie (Klimmen), calvariegroep: klevariegroep (Klimmen) De beeldengroep op het kerkhof, bestaande uit Jezus aan het kruis en aan weerskanten daarvan Maria en Johannes [Calvariegroep, kruisgroep, Calvarieberg?]. [N 96A (1989)] III-3-3
calèche calche (fr.): ps. boven de "a"staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken (omgespeld volgens Frings is het inderdaad een a).  kalèsj (Klimmen) een licht, vierwielig rijtuig [caleche, kales] [N 90 (1982)] III-3-1
campagne, seizoen brikkenseizoen: brekǝsǝzun (Klimmen), seizoen: sǝzun (Klimmen) Die tijd van het jaar waarin de weersgesteldheid zodanig was, dat de mogelijkheid bestond in de buitenlucht vormelingen te drogen. Volgens een invuller uit Q 95 was de term campagne uit de tijd van de veldovens; later bij ring- en vlamovens werd hij minder gebruikt. [N 98, 7; monogr.] II-8
canadapopulier canadas: cannadas (Klimmen), #NAME?  kannedas (Klimmen) De canadese populier; kruising tussen de zwarte populier en amerikaanse soort (canada, kana, klaterboom, canadas, canidas, gauwgroot). [N 82 (1981)] || Hoe noemt U: canada [N 50 (1972)] III-4-3
canon canon (lat.): canon (Klimmen), der kanon (Klimmen), kanon (Klimmen) Het op het sanctus volgende hoofdgedeelte van de mis, de canon = eucharistisch gebed. [N 96B (1989)] III-3-3
canonborden canonborden: de kanonborde (Klimmen), kanonborde (Klimmen) De canonborden op het altaar. [N 96B (1989)] III-3-3
cape omhanger: omhénger (Klimmen) cape, grote ~, versierd met kant, strikken en fluwelen garnering [umhanger] [N 25 (1964)] III-1-3
capuchon capuchon (fr.): kappesja͂o (Klimmen), muts: mutsj (Klimmen) capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)] III-1-3
carbidlamp carbidlucht: carbidlamp  carbidluch (Klimmen) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
cariës wolf: wouf (Klimmen) Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës). [N 84 (1981)] III-1-2