23748 |
christoffelmedaille |
christoffelmedaille (<fr.):
Kristoffelmedalje (Q111p Klimmen),
medaille (<fr.) van sint-christoffel:
de medaalje van Sint Kristoffel (Q111p Klimmen)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19943 |
chrysant |
katrienebloem:
Veldeke \'chrysant\'
katrieneblóm (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [N 92 (1982)]
III-2-1
|
23439 |
ciborie |
ciborie (<lat.):
ciborie (Q111p Klimmen),
de sieborie (Q111p Klimmen),
sieborie (Q111p Klimmen)
|
Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20545 |
cichorei |
cichorei:
cichoreij (Q111p Klimmen),
d⁄r cichoreij (Q111p Klimmen),
sokkerij:
sŏĕkkerei (Q111p Klimmen),
suikerij:
soekerej (Q111p Klimmen),
sŏĕkkerei (Q111p Klimmen)
|
cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
28224 |
cilinderglas |
cilinderglas:
silendǝrglās (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma])
|
Het cilinderglas van de veiligheidslamp. [N 95, 244; monogr.]
II-5
|
22686 |
circus |
circus:
serəkəs (Q111p Klimmen)
|
Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
sirrekel (Q111p Klimmen),
kring:
krink (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
⁄ne krink (Q111p Klimmen),
ring:
rink (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen),
⁄ne rink (Q111p Klimmen),
uren in de rondte:
#NAME?
oere in de runte (Q111p Klimmen)
|
cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|
31559 |
ciseleerbeitel |
graveerbeitel:
gravērbęjtǝl (Q111p Klimmen)
|
Kleine, spitse beitel, waarbij het uiteinde van het blad vaak licht gebogen is. De beitel wordt gebruikt om inscripties in metalen voorwerpen aan te brengen. [N 66, 38c; N 33, 120]
II-11
|
33518 |
citroenmelisse |
averone:
Veldeke citroenkruid
averon (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
± WLD
averon (Q111p Klimmen),
citroen:
+ WLD
setrôên (Q111p Klimmen)
|
citroenkruid [N 92 (1982)] || Citroenmelisse (melissa officinalis de sterk naar citroen geurende blaadjes van deze plan gebruikt men in soepen, sausen en bij de inmaak van diverse artikelen, o.a. haring en paling (citroenkruid, averiet, averoen, melisse). [N 82 (1981)]
I-7
|
21957 |
coccidiose |
aan de schijt:
aan d’r sjiet (Q111p Klimmen)
|
Kent U hiervoor een oudere volkse benaming? [N 93 (1983)]
III-3-2
|