e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7824
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
collectezakje klingelduur: klingelduur (Klimmen), klingelsbuidel: der klingelsbuul (Klimmen), klingelsbül (Klimmen) Een collectezakje (met belletje) aan een lange stok [kringel-, klingelsbuul?]. [N 96B (1989)] III-3-3
combinatietang combinatietang: kǫmbināsitaŋ (Klimmen) Tang waarbij de gebruiksmogelijkheden van vasthouden, buigen en knippen van metaal gecombineerd zijn. De bekken van deze tang zijn voorzien van een getand plat deel en een rond gedeelte met tanden. Het onderste gedeelte van de bekken is als zijkniptang uitgevoerd. Aan weerszijden van het scharnier van de tang bevinden zich draadknippers. Zie ook afb. 149. [N 33, 166; N 64, 47c; monogr.] II-11
commode, ladenkast commode: koͅmu̯at (Klimmen) commode [SGV (1914)] III-2-1
communicantje communicantje (<lat.): e kómmuniekantje (Klimmen), ei kommuniekantje (Klimmen), ei komuniekantje (Klimmen), communiekind: n kemunekind (Klimmen) Een communicantje. [N 96D (1989)] III-3-3
communie communie (<lat.): de kemune (Klimmen), de kommunie (Klimmen), kemuunie (Klimmen) De communie, deel van de mis waarin priester en gelovigen communiceren [kemuunie, kómmelejoeën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
communie-examen communie-examen: communie-exame (Klimmen, ... ), t kemune eksame (Klimmen) Het communie-examen. [N 96D (1989)] III-3-3
communie-uitdeling communie-uitdeling: de communie-oetdeiling (Klimmen), de kemune-oetdeiling (Klimmen) Communie-uitdeling, communie-uitreiking buiten de mis (b.v. zondagmorgen een (half) uur vóór de vroegmis). [N 96B (1989)] III-3-3
communiebank communiebank: communiebenk (Klimmen), de communiebank (Klimmen), kemuniebank (Klimmen) De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)] III-3-3
communieblaadje communieklokje: kommunieklökske (Klimmen, ... ) Het blaadje dat a.s. communikanten moesten lezen, communieklok-je [kómmelejoeënsklöksje]. [N 96D (1989)] III-3-3
communiebruidje bruidje: bruidsje (Klimmen, ... ), n bruudje (Klimmen), mv. de witte kinger  e brüdje (Klimmen), communiekind in het wit: kemunekind in t wit (Klimmen) Een meisje in het wit dat de eerste H. Communie doet, bruidje [ingelche, wiesse kinger]. [N 96D (1989)] III-3-3