30513 |
de vorstlaag overhalen |
omslaan:
omšlǭn (Q111p Klimmen)
|
De uitsteeksels van de laatste laag over de nok heen afwerken. In L 318b werden over de afgewerkte vorst graszoden of vorstpannen gelegd. Ook kon het geheel met cement worden afgesmeerd. [N F, 40b]
II-9
|
19640 |
de was blauwen |
(de) was blauwen:
de wesj bleije (Q111p Klimmen),
blauwen:
blejje (Q111p Klimmen),
blijje (Q111p Klimmen),
blauwselen:
blaejselen (Q111p Klimmen)
|
blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)] || blauwsel bij de was doen || Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19785 |
de was invochten |
insprinkelen:
insjprinkele (Q111p Klimmen)
|
het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)]
III-2-1
|
19440 |
de was mangelen |
mangelen:
mangele (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
De was glad maken d.m.v. een mangel (mangelen, wringen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
spoelen:
sjpeule (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen)
|
spoelen [SGV (1914)] || Zeep verwijderen uit kledingstukken door ze heen en weer te bewegen in een vloeistof (spoelen, plodderen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19643 |
de was stijfselen |
stijven:
sjtieve (Q111p Klimmen),
sjtieven (Q111p Klimmen)
|
stijfselen || Wat is bij u de uitdrukking voor \'het linnen stijven\'? (stijven, stijselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19438 |
de was wringen |
uitwringen:
(oet)vringe (Q111p Klimmen),
wringen:
vringe (Q111p Klimmen)
|
Het water uit wasgoed drijven (wringen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
28143 |
de watergoot reinigen |
(de) zouw slammen:
dǝ zǫw šlęmǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Wilhelmina])
|
[N 95, 790; monogr.]
II-5
|
32702 |
de wintervoor ploegen |
op stollen zetten:
ǫp štǫl zętǝ (Q111p Klimmen)
|
Als een akker niet gezaaivoord hoefde te worden voor wintergraan, werd hij in het najaar in brede, ondiepe voren omgeploegd of op walletjes gelegd. De grond kon dan in de wintertijd goed "uitvriezen" en het regen- en sneeuwwater beter opnemen. Bij het ploegen van de wintervoor werd ook wel mest oppervlakkig in de grond gewerkt. Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men het lemma wintervoor. [N 11, 59a; N 11A, 110b + 113a + 137n; A 27, 24b; A33, 17; div.]
I-1
|
23470 |
de zondag inluiden |
de zondag inluiden:
loewe dr zondig in (Q111p Klimmen),
voor de zondag luiden:
loewe vueër dr zondig (Q111p Klimmen),
zondagsklok:
zondagsklok (Q111p Klimmen)
|
Het luiden van de klokken op zaterdagavond na het angelus [zondag luiden, de zondag inluiden?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|