e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

Gevonden: 7824
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bier bier: beer (Klimmen), béér (Klimmen) bier [RND], [SGV (1914)] III-2-3
bierpap bierslemp: Syst. WBD  beersjlèmp (Klimmen), slemppap: Syst. WBD  sjlèmppap (Klimmen) Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)] III-2-3
biersoep biersoep: Syst. WBD  beersòp (Klimmen) Soep, hoofdzakelijk gemaakt van bier (biersoep, beersop, bierzuipe) [N 16 (1962)] III-2-3
bies hazenpootje: Veldeke ? (VD: onder hazenpoot: veldbies  hazepuetje (Klimmen) hazepoot [N 92 (1982)] III-4-3
biesijzer lisijzer: lęš˱īzǝr (Klimmen) Een metalen haak of hefboom die wordt gebruikt om een duig naar buiten te wringen wanneer een lek aan de rand van de bodem van het vat hersteld moet worden. Zie ook afb. 231. [N E, 53; A 32, add.; monogr.] II-12
biestmelk biest: bēs (Klimmen) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
bietenkapmes krotenmes: krōǝtǝmęts (Klimmen), zeissel: zɛ̄sǝl (Klimmen) Speciaal voor dit doel vervaardigd lang gebogen mes, "met een handvat als van een zaag", merkt de zegsman in L 322 op. Het werd gedaan met een "gewoon mes", een "broodmes" in: K 278, 357, L 211, 265, 282, 286, 291, 314, 322a, 324, 355, 355a, 366, 413, 416, 420, P 176, Q 2, 4, 72; met "de sikkel" in K 359, L 331, 355, 370, 374, Q 2, 2b, 99*; onder de "zessel" en de "hiep" wordt een hakmes verstaan. [N 12, 47; monogr.] I-5
bietenloof, bladerkroon kraag: krē̜x (Klimmen), krotenblader: krūǝtǝblār (Klimmen), krotenkoppen: krōtǝkø̜p (Klimmen), kruid: krūt (Klimmen) De bladeren van de bietenplant. [N 12, 46; L 30, 34b; monogr.; add. uit N 12, 48] I-5
bietenmolen krotenmachine: krūǝtǝmǝšin (Klimmen), krotenmolen: krōǝtǝmȳǝlǝ (Klimmen) Instrument om voerderbieten in brokken te malen zodat de beesten deze eten kunnen. [N 18, 108; add. uit N 5A, 34d] I-5
bietenplantjes krootjes: krø̄ǝtšǝs (Klimmen) Bietenplantjes als ze pas opgekomen zijn en uitgedund moeten worden. [N 12, 44; monogr.] I-5