e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sacramentsdag sacramentsdag: Sacramentsdaag (Klimmen, ... ) Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)] III-3-3
sacramentshuisje sacramentshuisje: sakkermentshuuske (Klimmen) Het sacramentshuisje, een vrijstaande of in de muur uitgespaarde kast waarin de geconsacreerde Hosties bewaard worden. [N 96A (1989)] III-3-3
sacramentsprocessie grote bronk: grote bronk (Klimmen), sacramentsprocessie (<lat.): de Sacramentsprocessie (Klimmen) De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)] III-3-3
sacramentsweek sacramentsweek: sakramentsweek (Klimmen) Een sacramentenweek (iedere dag wordt een ander sacrament behandeld en daarbij passende geestelijke oefeningen gehouden]. [N 96B (1989)] III-3-3
sacristie gerfkamer: #NAME?  gerrefkamer (Klimmen), sacristie: de sacristie (Klimmen), sacristie (Klimmen), sakkersjtiej (Klimmen) Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
salmiaksteen jodenknook: jydǝknǭk (Klimmen  [(aluinsteen)]  ) Het blok salmiak waarlangs men vroeger de koperen bout streek, alvorens er soldeersel op aan te brengen. Salmiak of ammoniumchloride is een kleurloos zout, gevormd uit ammonia en zoutzuur. Het kan ook worden gebruikt om vuile soldeerbouten te reinigen. In Q 121 werd de soldeerbout schoongemaakt door hem even in afgelaten soldeerwater te houden. Dit was gemaakt uit zoutzuur waarin een stukje zink was opgelost. In L 321 werd met een kaars langs de soldeerbout gestreken, voordat het soldeersel erop werd aangebracht. [N 33, 201; N 64, 27d] II-11
salueren groeten: groete va soldaote ? (Klimmen), salueren (<fr.): saluwere (Klimmen) groeten van soldaten (salueren) [N 102 (1998)] III-3-1
samenspannen heulen: häöle (Klimmen) samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)] III-3-1
samentrekken van de vleugels intrekken: intrèkke (Klimmen) Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: het samentrekken van de vleugels bij het vallen? [N 93 (1983)] III-3-2
sanctus sanctus (lat.): d`r sanctus (Klimmen), der sanktus (Klimmen), sanktus (Klimmen) Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)] III-3-3