e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Klimmen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
springstof munitie: mǝnysi (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), springstof: špreŋštof (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Ontplofbare stof die wordt gebruikt voor het schieten. De springstoffen worden verdeeld in drie klassen: dynamiet, brisante springstoffen en S.G.P. springstoffen (Defoin pag. 138). Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Veiligheidsspringstof. Wat betreft het woordtype "poeder", deze term was oorspronkelijk van toepassing op springstof die niet in patronen verpakt werd. Deze wordt nu haast niet meer gebruikt maar de benaming is blijven bestaan voor springstof in het algemeen. [N 95, 419; N 95, 420; monogr.; Vwo 609] II-5
springvloed springvloed: sjpringvlood (Klimmen) springvloed, hoge waterstand die ontstaat als zon- en maanvloed samenwerken [giertij, springtij, gierstroom] [N 81 (1980)] III-4-4
springzaad balsemien: Veldeke verbasterd tot belzjemien  balsemien (Klimmen), belzemien: -  belzjemien (Klimmen) Balsemien (impatiëns balsemina). De bovenste bladeren niet in kransen om de stengel. De stengel groeit rechtopstaand, meestal weinig vertakt en ongeveer 1/2 m hoog of lager. De bloemen zijn rood, wit of gevlekt, haast altijd …gevuld", alleenstaand of in g [N 92 (1982)] || reuzenbalsemien [DC 68 (1993)] III-4-3
sprinkhaan sprinkhaan: sjprinkhaan (Klimmen) sprinkhaan [SGV (1914)] III-4-2
sproeten sproetelen: sjprootel (Klimmen), sjprootele (Klimmen), sjprotel (Klimmen), sjprotele (Klimmen, ... ) sproet(en) [SGV (1914)] || sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprokkelen sprokkelen: sjprokkele (Klimmen) sprokkelen [SGV (1914)] III-1-2
sprong sprong: šprøŋk (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Julia]) Aantal centimeters dat een stijl uit het lood staat. [N 95, 294; monogr.] II-5
spruiten spruiten: sjproete (Klimmen), spruitjes: sjpruutjes (Klimmen), sjprütjes (Klimmen) spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)] III-2-3
spruiten, uitbotten bottelen: bottelen (Klimmen), botten: botte (Klimmen), scheutmaken: ± WLD  sjêûtmake (Klimmen), spruiten: #NAME?  sprōēte (Klimmen), uitlopen: Veldeke  oetloupe (Klimmen) bloemknoppen zetten || uitlopen v bomen || Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)] III-4-3
spruitkool, spruitje spruiten: sjproete (Klimmen), sjprōēte (Klimmen), spruitje: sjpruutjes (Klimmen) [N Q (1966)]spruiten [SGV (1914)] I-7