| 30135 |
staand verband, blokverband |
blokverband:
blǫk˲vǝrbant (Q111p Klimmen),
steenverband:
štęjnvǝrbant (Q111p Klimmen)
|
n str'k˲vǝrbant K 353; kopstrekverband: kopstrek˲vǝrbant L 360; kǫpstrek˲- L 414; kopse en gewone laag: kǫpsǝ 'n gǝwōwǝn lāx K 278; %%de volgende term betreft een verband waarbij alle stootvoegen boven elkaar staan%% eenvoegig blokverband: ēfȳgex˱ blǫk˲vǝrba [N 31, 24c; N 31, 24e; monogr.]
II-9
|
| 30143 |
staande rollaag |
rollaag:
rǫllǭx (Q111p Klimmen),
steensrollaag:
štęjnsrǫllǭx (Q111p Klimmen)
|
Muurafdekking in de vorm van een laag op hun kop staande metselstenen. Woordtypen als 'steensrol' (Q 95), 'steense rollaag' (L 211, L 289, L 290, L 291, L 320a, Q 99*, Q 113) en 'steensrollaag' (Q 39, Q 111, Q 121) verwijzen naar de hoogte van de rollaag. [N 31, 23c; monogr.]
II-9
|
| 30140 |
staande tand |
staande tand:
štǭndǝ tant (Q111p Klimmen)
|
Eindvlak van tijdelijk onderbroken metselwerk. De uiteinden van de even en oneven lagen wisselen elkaar daarbij regelmatig en loodrecht onder elkaar af. Zie ook afb. 41. [N 31, 28c; N 31, 28a; monogr.]
II-9
|
| 26166 |
staander |
stellingsden:
štɛleŋs˱dɛn (Q111p Klimmen)
|
De lange, verticaal in of op de grond geplaatste steigerpaal van rondhout of metaal. Zie ook afb. 17. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(steiger)-' het lemma 'Steiger'. [N 32, 2a; monogr.]
II-9
|
| 20125 |
staart |
staart:
sjtart (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
štart (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
staartje:
štɛrtjə (Q111p Klimmen)
|
[A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || staart, dim. || Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-11, I-9, III-4-2
|
| 34087 |
staartkwast |
vlos:
flūu̯s (Q111p Klimmen)
|
Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114]
I-11
|
| 22008 |
staartprijs |
staartprijs:
’ne sjtartpries (Q111p Klimmen)
|
een duif die bij de laatste winnaars geklasseerd is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22115 |
staartwind |
staartwind:
mit sjtart wind (Q111p Klimmen)
|
Hoe zegt men: de duiven vliegen met de wind mee? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 27523 |
staatstoezicht |
staatstoezicht:
štātstuzex (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma])
|
Overheidsinstelling die de controle over de steenkoolmijnen uitoefent. [N 95, 166]
II-5
|
| 23690 |
stabat mater |
kruisweggezang:
krútsweggezang (Q111p Klimmen),
stabat mater (lat.):
Stabat Mater (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen)
|
Het kruisweggezang "Stabat Mater Dolorosa". [N 96B (1989)]
III-3-3
|